overtuigen, partner, kinderwens, vriend geen kinderwens
Jij wil wel, hij niet

“In het begin zei hij: misschien. 

Misschien wil ik nog wel meer kinderen. Ik hou van m’n kinderen. En ik hou van jou.

Toen ik er van de zomer over begon wist hij het niet zeker meer. 

Nu neigt hij naar nee. Dat zegt ie. 

Maar hij weet het niet zeker.

Ik hoop op ja.”

Terecht dat je liever niet verliefd wordt op een man die al kinderen heeft.

Maar ja, de liefde he? Die laat zich lastig sturen.

Bovendien op een zekere leeftijd hebben mensen nou eenmaal kinderen, of geen zin in kinderen. Slechts een klein gedeelte heeft nog geen kinderen omdat het er niet van kwam. 

Herstel: nog niet van gekomen is. 

Daten met een man zonder kind van een ander, maar wel met een kinderwens. Hoe ziet dat eruit?

De fractie van het dating-aanbod helder benoemen, vind ik een goed idee. Je weet wat je wil je daten, laten we daar dan mee beginnen. 

Duh.

Gezocht: aantrekkelijke man die nog geen kind heeft, maar wel graag kinderen wil. 

Eveneens een goed dating-idee voor iemand met een kinderwens: Een man die al kinderen heeft en nog meer kinderen wil. 

Doet me denken aan Gillian. De date die ooit op een eerste avond tegen mij zei:

“Ik maak mooie kindjes hoor. Wil je ze zien? Kijk dit zijn ze.” 

Drie foto’s met vijf plaatjes van kinderen erop. 

Daar heb ik toen nog een nano-seconde over getwijfeld, maar ik vond onze basis te wankel. Want laat ik eerlijk zijn, ik kende hem net een nacht, van de Jolly Joker (coffeeshop op de Wallen) en doorzakken bij nacht-cafe de Buurvrouw.

Hij ging me te snel.

Ik wilde eigenlijk wat mysterieuzer starten.

Wat had ik in gedachten qua daten en kinderwens?

De eerste maand wil je gewoon geile seks en avonturen beleven. De tweede maand netflix&chill. De derde maand same, same but diffrent. 

Na dat eerste seizoen zou ik dan graag vrienden en familie ontmoeten, toekomstplannen maken en dan horen: 

Tjop, tjop, let’s get it on. Laten we blije babies maken. 

Fraai tijdspad toch? 

Inderdaad Evelien, fraai, maar niet echt realistisch

Neuh, niet direct heel realistisch. Realistischer is dat je vanaf halverwege de dertig iemand tegenkomt die al een kind heeft.

Merde.

Dat hoeft geen probleem te zijn. 

Het kunnen leuke kinderen zijn. 

Hun moeder kan okay zijn.

Leermoment Evelien: de speeddate op een singlefeest in een evementenhal te Bunnik

Mijn levenslessen bevatten slechts een vijf minuten durende ervaring met speeddaten. Voor werk kwam ik terecht op een singlefeest, en dacht laat ik het nuttige met het aangename verenigingen en meteen eens kennismaken met dit malle fenomeen speeddaten. 

In een nagebouwde skihut informeer ik vooraf bij de speeddate-gastheer hoe dat moet, speed-daten. 

De gastheer: “De bel gaat. Je gaat zitten tegenover een man. Met je blocnote in de hand, heb je 5 minuten om de hamvragen af te vuren.”

Ik: Wat zijn hamvragen? 

De gastheer: Wie ben je/Waar kom je vandaan? Wat doe je? Wil je kinderen? Eventueel aangevuld met: Wat verdien je?

Mijn eerste kandidaat beantwoorde de kinderwens-vraag positief, maar voegde daaraan toe dat hij al twee kinderen had. 

Daar schrok ik van. 

Ik: “O. Wie is hun moeder?”

De speeddate: “Dood” 

Daarom was hij aan het speeddaten, zijn vrouw was onverwacht overleden en nu zocht hij niet alleen een partner, maar ook een nieuwe moeder voor zijn kinderen. 

Vervolgens ben ik daar helemaal op gaan doorvragen. Was ze plotseling overleden? Hoe ging het met die kinderen? Redde hij het wel in huishouden? Enfin. 

Domper op de avond. 

Niks geworden.

(Klinkt nu heel lomp maar ik was zo zenuwachtig dat ik uit pure paniek echt alleen nog maar daarover kon praten. Daarna was voor mij meteen klaar met speeddaten, want ik voelde me emotioneel overreden door een tanker. De man in kwestie vond het juist wel prettig om hier met een wildvreemde over te praten omdat hij in een proces zat. Enfin.)

Hamvragen: Heb je kinderen? Zo ja, wil je nog meer kinderen? 

Even weg van de anekdotische situaties naar de strategische aanpak.

De man die al kinderen heeft en niet meer met de moeder samen is, daar zit een verhaal aan vast. 

Of dat nou een dramatisch verhaal is, een vervelend, verwarrend of verdrietig verhaal, of een mooi verhaal, dat maakt niet uit. 

Het is bagage.

Een geschiedenis waar jij mee te maken krijgt, maar waar je geen invloed op hebt. 

Iedereen kent de uitdrukking: in het verleden gehaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst, maar in je hoofd doet die zin het niet.

In je hoofd geldt:

In het verleden behaalde resultaten zijn een indicator voor de toekomst.

Niet alleen in jouw hoofd, ook in zijn hoofd.

Dus als mensen in het verleden verliefd waren en besloten om samen kinderen te krijgen, dan deden ze dat omdat ze toen dachten dat het voor altijd zou zijn.

Shiiiiiit.

Shit ja. 

Verwachting uit het verleden: man + vrouw + liefde = gezinsgeluk 

Resultaat uit het verleden: man + vrouw + liefde = kinderen en een scheiding, gedoe en gemekker

Nieuwe verwachting: man + vrouw + liefde + vorige (mislukte) liefde = samengesteld gedoe gezin 

Een samengesteld gezin kent statisch gezien veel gedoe. Statistisch want samengestelde gezinnen kennen een scheidingspercentage van 61%. 

(WTF?! In welke vlaag van verstandsverbijstering slaan ze aan het trouwen? vraag ik mezelf af) 

Oftewel het gaat vaker mis dan je ziet op de aftiteling: ze-leefden-nog-lang-en-gelukkig.

Jij hebt een vriend, hij heeft al kinderen en nu blijkt: hij hoeft niet zo nodig meer

Wat ik vaak van vrouwen hoor is: 

In het begin zei hij dat hij misschien nog wel meer kinderen wilde. Toen ik erover begon wist hij het niet zeker meer. Nu neigt hij naar nee, maar hij is er nog niet uit. Ik hoop op ja.

Na verloop van tijd verandert het ‘ik hoop op ja’ in nieuwe zinnen. Zinnen zoals:

Ik wil hem niet onder druk zetten. 

Ik begrijp hem. Het is ook moeilijk en lastig en de relatie met zijn ex en het falen van de vorige relatie speelt mee.

Ik ben niet zijn ex, ik zou willen dat hij dat zou inzien.

Als hij echt van me houdt, dan moet hij ook een kind met mij willen.

Het verloop van een relatie en het verloop van je kinderwensvraagstuk

Uitspraken over de kinderwens volgen een patroon dat synchroon loopt met de relatie. Want ook relaties kennen een natuurlijk verloop. 

1. Eerst is er de fase van verliefdheid. 

2. Dan volgt de reality check, hoe doe je het samen in de dagelijkse gang van zaken? 

3. Tot slot kom je in de laatste fase, die van stabiliteit.

Hoe verhouden die fases zich tot de kinderwens?

1. In de fase van verliefdheid droom je gezamenlijk over ‘misschien nog een kind’.

2. Tijdens de reality check verandert de nieuwe liefde in een relatie. Het spannende gaat eraf en daarvoor in de plaats komt een relatie geworteld is in alledaagsheid. 

Wil ik wel nog een kind? Het geeft ook stress en spanning en het verandert de relatie. De ervaring leert; de relatie verandert niet ten goede.

3. Hopelijk blijkt dan in de laatste fase dat jullie een stabiel stel zijn, ondanks dat het een hoop gedoe is: een samengesteld gezin. 

Het is organiseren, afstemmen en best wat werk maar we vinden er wel wat op. Niet romantisch maar realistisch besluiten we samen: nog een kind.’

Natuurlijk ben ik een groot voorstander van: en ze leefden nog lang en gelukkig.

Allemaal samen in een grote carré-boerderij met tientallen kinderen, geiten en zelfgemaakte kaas. Maar realistisch is het niet.

In de praktijk zie ik dat met name vrouwen klem komen te zitten tussen hun eigen kinderwens en het halve gezin dat hun nieuwe lief inbrengt. 

Hij heeft kids en ik nog niet. En da’s niet eerlijk.

Ik citeer Calimero hier, want het is niet eerlijk.

Omdat degene met kinderen iets heel concreets inbrengt in de relatie, iets dat niet ter discussie staat en on-onderhandelbaar is, moet degene die alleen een wens of verlangen inbrengt, water bij de wijn doen.

Hij komt nu eenmaal met dit pakket. Het is alles of niets. Hij kan niet zijn kinderen uitwissen, hij kan het verleden niet ongedaan maken. Dat verlang je ook niet van hem. (Zou wel heel standaard Disney evil stepmom zijn 😉 

Zonder dollen, zijn kinderen zijn een fait accompli.  

Je dealt ermee.

Of je trekt aan het kortste eind.

Jouw kinderwens? 

Die bestaat alleen in je hoofd (en in je hart, en je buik en vandaar tot in je tenen) maar daar valt nog wat op af te dingen. Jouw kind bestaat nog niet. 

Je kinderwens is geen concreet gegeven, het is een verhaal in de toekomst. 

Misschien kun jij wel een ander verhaal maken? 

Je verlangen verdwijnt misschien wel met de tijd? 

Als je het een kans geeft.

Dat is wat er oneerlijk is. 

Als jij een kinderwens hebt, maar hij heeft al kinderen dan ben jij degene die zich aanpast. 

Aanpassen of uitmaken. 

Zijn er nog andere smaken dan aanpassen of uitmaken? Ja. 

Onderzoek of een derde alternatief mogelijk is. 

Het eerste alternatief is: hij doet jou zin. Het tweede alternatief is jij doet zijn zin. 

Een derde alternatief vind je door te onderzoeken waar jullie het over eens zijn, op welke vlakken jullie een gezamenlijk wens hebben. 

Waar zit het gedeelde verlangen? Welke verhalen in de toekomst willen jullie graag samen vertellen?

Voorbeeld, Evelien, word es concreet geef een voorbeeld

Okay, okay, relax. Ik heb een voorbeeld.  

Een goede vriendin van me had een kinderwens en een vriend met kinderen die geen kinderen meer wilde. Hij wilde absoluut niet terug in de luiers, geen slapeloze nachten meer en geen gedoe met alles in je huis kindvriendelijk maken. 

Hij was blij dat hij die fases achter de rug had. 

Zij wist dat ze zelf een kind wilde, die wens was er al voordat haar vriend er was. Daarom had ze zichzelf op tijd ingeschreven bij de spermabank. Toen ze daarheen ging kwam hij met haar mee. Hij en zij hadden een gedeeld verhaal voor de toekomst: allebei gelukkig zijn, allebei met kinderen, niet per se van hen samen. 

Wat ik nu ga schrijven is tegennatuurlijk voor mij, want superromantisch, maar het is echt zo gebeurd. 

In de weken van het naar de spermabank gaan, dacht hij bij zichzelf, waarom zou ze dat niet met mijn zaad doen? Wat ik niet wil is samenwonen en samen voor het kind zorgen. Ik wil geen slapeloze nachten, m’n drumstel niet opruimen, noch m’n platencollectie achter slot en grendel zetten.

Maar ik wil haar best helpen. Ik wil best zaaddonor zijn van mijn eigen vriendin.

Ze kregen samen een prachtige dochter. 

Ze leven nog steeds en zijn gelukkig.

No way.

Yes way. 

Lijkt op mijn verhaal, zoals ik samen met mijn vriend naar de spermabank ging. Alhoewel mijn vriend pas na 3 inseminaties en een jaar vruchtbaarheidstesten zo ver was dat hij dacht: ja, ik doe het. Maar mijn gekke constructie van niet samenwonen wel samenzijn, heb ik dus ook gewoon afgekeken. 

Zo zie je maar, ook ik sta op de schouders van de vrouwen voor mij die het anders deden. 

Jij wil kinderen, hij heeft ze al. En nu?

Het is goed om jezelf bewust te zijn van het verloop van relaties en van de factor tijd in deze situatie. 

Drie belangrijke tips:

  1. Stel niet steeds dezelfde vraag verpakt in andere bewoordingen. Dus niet stiekem steeds opnieuw vragen: wil je een kind met mij?
  2. Onderzoek je eigen wensen en verlangens voordat je iets van de ander vraagt.
  3. Drijf het niet op de spits. Blijf weg van alles of niets, verken juist het omliggend terrein dat nog onbekend en onontgonnen is. Wat als het leven nou een rommeltje is en jij mag kiezen wat je opruimt en laat liggen? Latten, co-ouderschap met een ander, een donor en ondertussen zien wat jullie relatie doet. 

Het belangrijkst is dat jullie niet belanden in een bokswedstrijd waarbij ieder zich in een hoek verschanst en vanuit daar z’n eigen gelijk probeert te halen. 

Je wil juist focussen op wat jullie verbindt. Wat de gemene deler is. Welke ingrediënten je in gesprekken hierover dichter bij elkaar brengt. 

Als je nou denkt: Dat wil ik ook, maar ik kom er met mijn lief niet uit, dan boek je die KinderwensScan.

Tot dan,

Evelien

PS Als je nou denkt: Nondedju da’s helemaal niet geëmancipeerd of feministisch. Dat klopt, dat vind ik zelf ook wel jammer. Het is pragmatisch. Eerst dacht ik bij mezelf: huh? Is dit nou de ‘wel-lusten-niet-de-lasten-variant’ voor de moderne man? Maar moet eerlijk zeggen dat de meeste mannen juist niet zo modern willen zijn. Vaak zit juist de man vast in een alles of niets plaatje. Hij hinkt dan op: of ik doe het en wordt opnieuw vader, of het gaat stuk.