‘Ik wil wel maar hij wil niet. Moet ik nu vechten, afwachten of vluchten?’
‘Dit is zo’n fijne relatie, die wil ik helemaal niet kwijt. Maar ik kan m’n kinderwens ook niet loslaten.’
‘Als ik niets onderneem, gaat m’n relatie kapot. Als ik wel iets onderneem ook.’
Het zijn de ingrediënten van een Griekse tragedie: moeten kiezen uit twee kwaden. Kies je voor je vriend of je kinderwens?
Ik ben bekend met Griekse tragedies. Als Cultuurwetenschapper maar ook persoonlijk.
Ik wilde een kind en mijn lief niet.
Cultuurwetenschappelijk benaderd: er is seriële monogamie. Mensen hebben meerdere serieuze relaties na elkaar. Dat is fijn, want als de koek op is, ga je uit elkaar. Maar het is ook spijtig.
Spijtig omdat het de keus tussen kinderwens en liefde moeilijker maakt. Wat als jij je kinderwens nu opzij schuift en de relatie over vijf jaar stukloopt? Wat als jij nu gaat voor je kinderwens en de rest van je leven blijft denken dat dit toch de Ware was? In beiden gevallen heb je spijt.
In 2009 was ik zesendertig en een wandelende kinderwens. Een wens waar ik werk van maakte: daten voor co-ouderschap, bekende donor vragen, inschrijven voor de spermabank. You name it, i’ve done it.
Tijdens carnaval kreeg ik iets met een goede man. Een goede man, die nog geen kinderen wilde. En een gezin stichten onder druk van mij? Dat wilde hij al helemaal niet.
Fastforward naar 2016.
We hebben samen een dochter Vesper. We wonen ieder in onze eigen woongroep. Hij bij Artis en ik bij het Concertgebouw. We hebben allebei onze eigen mama en papadag. We delen de zorg. We delen een ouwe Mercedes Camperbus. We latten. Als we ’s ochtends met z’n drieën in bed liggen te kroelen, dan klap ik bijna uit elkaar van gezinsgeluk.
Evelien, hoe krijg je dat voor elkaar? Gezinsgeluk terwijl je partner niet wil.
Vijf tips:
1. Focus op jezelf – zelfkennis & zelfreflectie
2. Goed Gesprek – randvoorwaarden en skills
3. Focus op jouw horizon – zelfkennis & richting
4. Planning – niet onder druk zetten maar rekenen met de tijd
5. Daadkracht – leren door doen, niet door denken
1. Focus op jezelf
Voordat je een gesprek over je kinderwens voert, moet je weten wat die wens inhoudt. Wat betekent het voor jou? Wat voel je, wat denk je, waar ben je bang voor?
Voordat je een gesprek over je kinderwens voert, moet je weten wie jij bent los van de ander. Het gaat er niet om dat je jouw kant van het verhaal kent.
Het gaat erom dat je jezelf kent.
Pas als je over voldoende zelfkennis beschikt, research hebt gedaan en helderheid hebt, dan pas kun je in gesprek hierover.
Weten wie je zelf bent en wat je echt wil, is niet eenvoudig. Het vraagt om moed, zelfreflecterend vermogen en ruimte voor twijfel. Het is een proces, geen 123testje of zwart/wit antwoorden.
2. Goed gesprek
Hou geen ellenlange, geëmotioneerde monoloog, waarvan de uitkomst al vastligt. Een maatschappelijk aanvaarde uitkomst: hij is je vriend en zal je dus met liefde een kind schenken. Dat is tegenwoordig niet meer zo. Niet iedereen wil kinderen.
Het is normaal om geen kinderen te willen.
Dat kan. Dat mag. Het is je goed recht. Het is zijn goed recht.
Maar het is verdrietig voor jou.
En het is niet de norm en dat maakt het lastig om daar goed mee om te gaan.
Het kan wel, praten over je kinderwens met je onwillige partner.
Inclusief alle emoties, gevoelens van afwijzing, verdriet en wanhoop.
Hanteer een duidelijke structuur voor kinderwens-gesprekken.
Zelf ging ik met m’n lief aan het strand wandelen. Niet origineel, wel goed.
Frisse lucht, actieve houding, een ongestoord en duidelijk afgebakend moment.
Ik verwachtte niet dat hij bij het zien van een zeemeeuw ineens wel kinderen zou willen, ik wilde weten wat hij voelde. Wat hij dacht. Waar hij bang voor was. Wat hij hoopte.
Ik luisterde. Vroeg door. Was oprecht geïnteresseerd.
Toegegeven, af en toe verviel ik in een monoloog waarin ik hem vast probeerde te lullen. But hey, i’m only human. Flink doorstappen, je tranen laten wegwaaien en diep ademhalen. De truc is om in het gesprek een balans te vinden tussen beide posities.
Een open gesprek heeft ruimte voor alle wensen en angsten. Ruimte voor voortschrijdend inzicht. Toegefelijkheid en dankbaarheid.
3. Focus op jouw horizon
Als je weet wie je bent en wat voor jou belangrijk is, dan pas kun je nadenken over toekomstverhalen. De kunst is om vooraf geen zaken uit te sluiten of vast te leggen, maar in grotere, abstracte doelen te denken.
Focus op de thema’s die jij wil verwerken in de roman van je leven.
Denk aan: zingeving in werk, financiële onafhankelijkheid, mensen helpen, iemand zien opgroeien, familiegeschiedenis doorgeven of het omverwerpen van het kapitalistisch systeem.
Maar Evelien, dat klinkt super bombastisch.
Jup. Bombastisch fantastisch.
Je hebt grote ideeën nodig om afstand te creëren. Als je jouw meta-verhaal te pakken hebt, zie je dat er meerdere wegen zijn die naar Rome leiden. De oplossing voor je kinderwens is dan niet langer eenduidig, maar diffuus.
Je uiteindelijke doel kan wel zijn: ik wil een kind of ik wil moeder worden. Maar daaraan vast zit een scala aan subdoelen.
Subdoelen die ruimte laten voor de wensen van je partner. Subdoelen waarin je partner misschien wel een rol kan vervullen, anders dan die van (biologische) papa.
Misschien word je single moeder, ga je voor co-ouderschap met homo’s, schrijf je jezelf in bij de voorleesexpress, of steek je al je energie in je levenskunstwerk of mantelzorg.
4. Planning
In herhaling vallen is de meest gemaakte fout van vrouwen met een kinderwens. Je neemt jezelf voor om eraan te werken, maar de focus ligt toch op die potentiële papa.
Stel, je praat met je vriend over jouw kinderwens. Hij zegt: ik wil dit nu niet. Jij wacht een maand en probeert het dan nog eens. Hetzelfde gesprek alleen nu ligt de druk iets hoger. Na een half jaar weer hetzelfde gesprek maar minder geduldig; gefrustreerder en kwader.
Verwachten dat hij van gedachten zal veranderen komt neer op wachten totdat hij van gedachten verandert.
Wachten op iemand anders z’n gedachten zodat jij jouw leven richting kunt geven, is zonde.
Beter maak je zelf een plan. Een planning. Werk aan jezelf goed kennen. Werk aan het onderzoeken van je mogelijkheden en wat er bij je past. Werk aan het hebben van een goede relatie. Praat over je planning met je partner en met de juiste mensen in je omgeving.
Reken met de tijd.
Mensen overschatten wat ze in 1 jaar kunnen bereiken en ze onderschatten wat ze in 10 jaar kunnen bereiken.
5. Daadkracht, leren door doen, niet door denken
Blijf niet gevangen zitten in je eigen hoofd. Je gedachten kunnen je gek maken. En van gedachten is nog nooit iemand zwanger geworden.
Denken helpt niet. Doen helpt.
Specifiek het doen van kleine stapjes. Het doen van onderzoek. Experimenteren.
Doen levert je andere resultaten op dan denken. Denken gaat alle kanten op. Op een goeie dag leef je een droom, op een slechte dag een nachtmerrie. Dingen doen levert resultaten op, waarmee je verder kunt.
Door jezelf te richten op actie, word je geforceerd om de eerst volgende stap te benoemen. Meestal is dat wat kleins; iets opzoeken op internet, iets downloaden of een afspraak met iemand maken.
Het doen zelf, de handeling, geeft je nieuwe input.
Dat kan gunstig zijn, maar het kan ook informatie zijn waardoor je weet wat je niet wilt. Doen voorkomt spijt. Spijt heb je van de dingen die je niet deed. Ook als blijkt dat je geen kinderen wil of krijgt, ben je blij dat je er wat aan gedaan hebt. Op tijd.
Hoe meer je doet, des te duidelijker wordt je kinderwens, hoe groter de kans van slagen.
Evelien
PS Een gratis afspraak met mij behoort tot de mogelijkheden: mail me voor een KinderwensScan op info@wilikeenkind.nl