Jij wil kinderen, hij heeft ze al. En nu?

Jij wil kinderen, hij heeft ze al. En nu?

Jij wil wel, hij niet “In het begin zei hij: misschien.  Misschien wil ik nog wel meer kinderen. Ik hou van m’n kinderen. En ik hou van jou. Toen ik er van de zomer over begon wist hij het niet zeker meer.  Nu neigt hij naar nee. Dat zegt ie.  Maar hij...